De aanslagen in Parijs door de IS heeft alle Europeanen kippenvel gegeven. Normaal raak ik niet snel in paniek, ik kan altijd goed relativeren. Toen ik mijn vriendinnen liet weten dat ik deze keer toch wel was geschrokken, waren zij weer op hun beurt ontsteld. Ze kalmeerden me met feiten en dat hielp. Zoals altijd, plaatste ik de gebeurtenis in een laatje in mijn hoofd, en ging verder met mijn week. Tot zaterdagochtend 21 november.
Ik had net heerlijk ontbeten met mijn ouders in Lisse, want ik was een weekendje in Nederland om aan mijn trouwjurk te naaien. Mijn telefoon had ik even links laten liggen, want wilde mijn aandacht richten op mijn ouders. Toen ik het schermpje opende, zag ik berichtjes van een vriendin uit Brussel. Of wij OK waren, en dat zij die dag iig de deur niet uitgingen vanwege de verhoogde terreurdreiging… Mijn hart stond stil. Mijn hersens projecteerden direct verschrikkelijke beelden, opgepikt uit het wijd openstaande laatje met label “zorgen maken”. Mijn vriend. Hij was nog steeds in Brussel, waarschijnlijk vredig aan het slapen met geen zorg in de wereld. Ik appte hem direct dat zodra hij wakker was, ik even wilde Skypen. Vervolgens opende ik de nieuws app die eerst moest refreshen (hij toonde nog beelden van Charlie Hebdo, ik lees niet heel vaak het nieuws…). En toen kwam mijn vertrouwde stadje in beeld. De Anspach, de Nieuwstraat, St. Catherine… overal zag het groen van de legermannetjes en grijs van de lege straten. Ik begon als een gek de hele update te lezen over wat er gebeurt was, en printte de foto van De Terrorist in mijn hoofd. Eenmaal aangekomen bij mijn zus plingde Whats’App. Mijn vriend, hij was wakker. Toen ik zijn gezicht zag op de camera van Skype voelde ik meteen opluchting. Hij was op zijn dooie gemak een kommetje muesli aan het eten, z’n haar nog in de war van de nacht slapen. Hij vertelde me geen zorgen te maken, het was enkel een voorzorg, er wonen zo veel mensen in Brussel er is een kleine kans dat ze hem iets zullen aandoen, etc. Hij was nog steeds van plan om die middag met de trein naar Rotterdam te gaan, en ik vond dat ook een fijn idee, dan was hij iig weg uit Brussel voor even. Ik gaf hem het enige advies wat in me opkwam door de film Forrest Gump: “als je iets engs ziet, wil ik dat je heel hard weg rent! Wees geen held, maar ren weg!” Mijn vriend beloofde dit te doen, en het brokje in mijn keel was verdwenen.
Op zondag ontmoetten we elkaar op het station, om samen de trein weer terug naar Brussel te nemen. Op het perron, wachtende op de trein, stond een man met een rolkoffer. Een Rotterdammer liep langs en zei: “gaat u naar Brussel toe?” De man met rolkoffer knikte waarop de Rotterdammer zei: “nou, heel veel succes! Net een oorlogsgebied daar!” Mijn vriend en ik keken elkaar aan met rollende ogen, je kunt ook overdrijven! Toen we het station uit stapten bleek de Rotterdammer toch een beetje gelijk te hebben. We moesten lopen, want al het metro verkeer was stilgelegd, dus we liepen naar de straat die we altijd nemen. Maar we werden tegengehouden door een legerman met geweer. Dat we om moesten lopen, maar hoe we dan bij St. Catherine konden komen, wist hij niet. We liepen vervolgens een andere route. Normaal steken we het straatje door om via de Grote Markt te lopen, het plein wat ons altijd blij maakt. Niet dit keer, nu liepen we er met een grote boog omheen.
De rest van de week was het ergens wel bizar, maar merkten we ook dat de media er een dikke laag bovenop had gegooid. Toegegeven, de file op de Antoine Dansaert was een stuk minder op maandag, en het was rustiger op straat. Op donderdag was het ook nog rustig in de metro, en zelfs op zaterdag in de winkels. Maar het gewone leven was gewoon weer doorgegaan, caféetjes stroomden langzaam weer vol, de kerstmarkt ging gewoon open op vrijdagavond en op mijn werk was het business as usual. Het onderwerp van gesprek was niet meer de dreiging, maar gewoon het weer of de kerstmarkt. Langzaam vergaten we de paniek en begroetten we de legermannen die, ondertussen bekende gezichten, op de hoek van de straat stonden.
Tot we zaterdag terug kwamen van een middagje shoppen (heerlijk in zo’n rustige stad!). We kwamen de hoek om, en BAM! Er stond een grote legertank geparkeerd pal voor onze deur. Heel eventjes ging het “zorgen maken” laatje open, we noemden kort de naam van onze moslim buurman (belachelijk natuurlijk), en bedachten waarom de tank er kon staan. Toen haalde mijn vriend zijn telefoon tevoorschijn en zei: “ik maak een foto, is leuk voor ons fotoboek!” Ik sprong ervoor met mijn vingers in een peace teken, een foto met een tank op de achtergrond… Dat is zeker leuk voor ons fotoboek, als we herinneringen ophalen van die bijzondere week in Brussel. Het “zorgen maken” laatje ging weer dicht, en ik verheugde me op het optuigen van de net gekochte kerstboom. Boven aangekomen zei mijn vriend “hmm, zo van boven is de tank helemaal niet zo indrukwekkend”. En zo is dat, vanuit een ander perspectief, valt het allemaal wel mee.